RHINOSPRAY TRAMASOLINE 1,18MG/ML SOL NASALE 15ML

Therapeutische indicaties:
Symptomatische behandeling van neuscongestie bij neusontsteking en neuskeelontsteking.

Dosering en wijze van toediening:
VOLWASSENEN: eerst de neus snuiten en daarna in elk neusgat 1 verstuiving toepassen, 3 à 4 x/dag, naargelang de behoefte. Max. dosis 200 mcg (= 2 verstuivingen) tot 4 x/24 uur. Rhinospray mag niet langer worden gebruikt dan nodig.

Contra-indications:
Kinderen < 12 jaar. Overgevoeligheid voor één van de bestanddelen. Droge neusontsteking. Nauwe-hoek-glaucoom. Allergie voor tramazoline of benzalkonium.

Bijwerkingen:
Stoornissen van het zenuwstelsel. Frequent: lichte prikkeling, gevoel van lokale irritatie, niezen. Weinig frequent: hoofdpijn. Zelden: vertigo, smaakstoornissen. Hartstoornissen. Weinig frequent: systemische hart- en vaatstoornissen kunnen optreden: hartkloppingen, gewijzigde hartfrequentie, verhoogde bloeddruk. Stoornissen van het ademhalingsstelsel. Zelden: overvloedig lopende neus. Stoornissen van het maagdarmstelsel. Weinig frequent: nausea. Algemene stoornissen. Weinig frequent: met krachtige vasoconstrictoren van het type adrenaline kan een neuscongestie door reactionele hyperemie worden waargenomen. Dit is echter uiterst zeldzaam met Rhinospray.

Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik:
Men moet ervoor waken dat Rhinospray niet in de ogen terechtkomt, want dit geeft prikkelingsverschijnselen. Als de symptomen na 7 dagen nog aanwezig zijn, is het nodig de behandeling opnieuw te beoordelen. Zwangerschap en borstvoeding: te vermijden tijdens het eerste trimester van de zwangerschap en tijdens borstvoeding. Wel moet ondoordacht gebruik van Rhinospray tijdens de zwangerschap worden vermeden. Rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen: niet van toepassing. Behandeling van overdosering: soms is zuurstoftoediening nodig. Bij shock gebruikt men plasmavervangingsmiddelen om de volemie op peil te houden. Bij uitgesproken anticholinerge symptomen, dient men fysostigmine toe als antidotum (volwassenen 2 mg, kinderen 0,5 mg of IM of bij wijze van langzame IV perfusie).

Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie:
Als sommige antidepressiva (de MAO-remmers of de tricyclische antidepressiva) samen met sympathicomimetica worden toegediend, kan er een bloeddrukstijging optreden. Daarom is tramazoline tegenaangewezen bij patiënten die met MAO-remmers behandeld worden of de laatste 2 weken ermee behandeld zijn.

Samenstelling:
Tramazolinehydrochloride 118 mg (dit is ongeveer 38,6 mcg tramazolinehydrochloride per druppel of ongeveer 82,6 mcg tramazolinehydrochloride per verstuiving).
Sorbitol — Citroenzuur — Dinatriumwaterstoffosfaat dihydraat — Natriumchloride — Benzalkoniumchloride — Gezuiverd water.